Met de duivel op de hielen

Mijn probleem zit niet in mijn hoofd, het zit in mijn lijf’ zei je.
Als je met me blijft praten, kom je nooit bij mijn pijn’ zei je. En God wat bleek dat ook nu weer waar.

Na de zoveelste dag waarin je met je ziel onder je armen rondzwierf en je geest eerder nergens dan ergens verbleef, had je opeens de woorden voor het bijpassende gevoel: met de duivel op de hielen.

Alsof het noodlot ieder moment weer toe kon slaan, en alles in jou wist dat er niets is om je te beschermen

Jij jezelf op de allereerste plaats niet, want iedere vezel in je lijf voelde kwetsbaar, machteloos en slachtoffer van wat nog niet gebeurd was maar toch zeker zou gebeuren. Lijfelijk was het ook allang gebeurd, alleen je hoofd wilde het niet weten. Die zwierf tenslotte niet voor niks zo ver bij je vandaan. Als een ballon losgelaten op het moment dat er verbinding dreigde te ontstaan. Pats. Weg.

‘Kan het zijn dat je ergens bang voor bent? Echt heel erg bang?’

Ze vroeg het voorzichtig, bang, haast. Je lachte, want lachen is wat je meestal doet als iets of iemand te dichtbij jouw waarheid komt.

Het voelt alsof ik weg moet rennen, alsof er iets heel groots achter me aan komt, kan dat?’ vroeg ze.

Het lachen was je inmiddels vergaan, wat overbleef was stilte. Stilte en zoveel gedachten tegelijk, dat je onmogelijk nog kon voelen dat het waar was wat ze zei. Dat alles in jou bang is.  

Bang, het meest misschien nog wel voor je eigen zwaarte

Een zwaarte die zoveel zwaarder voelt dan jij ooit zwaar zal zijn. Of ooit zou willen zijn, want tot op de dag van vandaag verlang je vooral naar licht en lichter. Sterk gelovend in jouw geïnternaliseerde illusie van de maakbare veiligheid. Paradoxaal genoeg verpakt in een klein en kwetsbaar lijf.

Want een kind beschadigd niemand, toch?

Een zwaarte ook, waarvan je ondanks bewijs van het tegendeel steeds zo moeilijk kunt geloven dat er iemand is die haar met jou dragen kan. Dat er iemand is die het zwartste van jou durft aan te kijken, en dan blijft. Ondanks alles bij je blijft, en, als jij met de duivel op je hielen weer eens de benen neemt, je achterna komt. Of in ieder geval steeds op je terugkomst wacht.

Net zolang tot je durft stil te staan

Tot je je eigen schaduw aan kan kijken, kan begroeten en verlaten, en tot in het diepste van je wezen weet: het is voorbij.

Één reactie op “Met de duivel op de hielen

  1. Edo Paardekooper Overman says:

    Mooi Anne✌🏽

    En toen was de aanpak en het ‘verhaal’ van Bessel vd Kolk nog niet eens bij meer mensen beschikbaar.
    Ik hoop dat meer ‘behandelaars’ dat standaard gaan ‘meenemen’ in hun eigen benaderingen!

    H. Gr.
    Edo

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *