Wat afgesplitst is

Drie. Een jaar of drie. Bevroren in een zolderraam, adem in, je blik vast op één punt. Misschien is dat wel waar je staren ooit begon. Je kunst om via ogen, langs een blik, het niets in te vertrekken. Hoe lang je daar soms hebt gezeten mag Joost weten. Al wist ook Joost het nooit. Waar was hij, überhaupt?

Waar was hij toen je daar zo voor je leven vreesde?

Zonder haar kon jij niet leven. En precies dat was ook het punt, daar in dat zolderraam. Of ze nog wel leefde.

En of jij morgen nog wel bestond.

Al veel te vroeg bevroren, hoelang dat kon duren ben je ruimschoots vergeten. Of heb je nooit geweten. Het was hoe dan ook te lang. Te vaak. Te alleen. Daar in dat zolderraam, waar de tijd meer dan eens stopte en je leerde dat doodsangst niet voor kinderen is. Dat het er niet is, zolang je er zelf niet bent.

Misschien is dat wel waar je voor het eerst vertrok

Niet hier, niet nu, niet ergens. Je leerde dat het soms alleen daar nog, in dat vacuüm van niemand en nergens, veilig kon zijn. Of in ieder geval niet levensgevaarlijk. Met de tijd volgden er mensen, plekken en donkere nachten die je nog verder deden vertrekken. Je lijf uit, je hoofd in. En soms zelfs dat niet eens.

De weg van jezelf vandaan bleek zoveel makkelijker dan de weg terug

Dertig jaar later bots je nog op gesloten deuren, doodlopende wegen en gangenstelsels in een hoofd dat haar eigen goedlachse leven is gaan leiden. Gefragmenteerd en onverbonden, los van toen en toen en toen.

En hoewel je je nooit een kunstenaar hebt gevoeld, was het in alle eerlijkheid toch best een hele kunst. Om van alles voor jezelf zo goed te verstoppen, in te vriezen en bevriezen, dat het soms lijkt alsof je nooit echt hebt bestaan. Alsof je elke morgen gewoon opnieuw begon.  

Misschien is dat ook wel, waarom je het zo moeilijk vindt

Om achterom te kijken en te zien dat jij het was. Dat jij was. Hoe bang, hoe klein, hoe hulpeloos. En dan niet weg te lachen, weg te denken of weg te rationaliseren wat veel te groot is voor al het kleine in jou. Want er is nog zoveel klein in jou, al wil het grote het niet weten.

Of misschien toch, steeds een heel klein beetje meer.

Omdat alles in je weet: wat afgesplitst is, kan niet helen.

2 reacties op “Wat afgesplitst is

  1. Mooi verwoord, Anne.

    Er is , zoals jij ook vast wel weet, een weg terug.
    De weg naar ontdooien, ervaren en echt leven.

    En hoewel het bevriezen zo goed getraind kan zijn dat het nu gemakkelijker lijkt dan bij de les blijven, samen met jezelf, en op de situatie wel invloed uit te oefenen, is dat laatste in het echt gemakkelijker.

    Het moet alleen even getraind worden.
    En dat even kan lang duren, want veel mensen begrijpen, ondanks alle goeie bedoelingen, opleidingen en persoonlijke meningen, niet welke concrete stappen er getraind dienen te worden. Om echt vrij te komen van wat je overkomen is.

    Ik ben daar deels door schade & schande, trail & error en deels door het opdoen van de benodigde kennis achter gekomen.

    Gelukkig.

    Gelukkig voor mezelf, want ik kan weer- echt samen met mezelf, en dus anderen- verder leven.

    En gelukkig voor de mensen die bij me komen omdat ze genoeg hebben van hun lijden en hier keihard een einde aan willen én durven te maken…

    Mooi hoe jij aandacht vraagt en ruimte maakt voor deze materie.

    Zelf ben ik nog op zoek naar de- voor mij- goede manier om dat te doen.

  2. Jeanine says:

    “….was het toch een hele kunst. Om van alles voor jezelf zo goed mogelijk te stoppen (…) dat het soms lijkt alsof je nooit echt hebt bestaan. Alsof je elke morgen gewoon opnieuw begon.
    Misschien is dat ook wel wat waarom je het zo moeilijk vindt om achterom te kijken en te zien dat jij het was. Hoe bang, hoe hulpeloos , hoe klein (…) wat veel te groot is voor al het kleine in jou…”

    Deze woorden ontdooien een stukje van wat bevroren weggestopt is..

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.