
Raap bijeen
de stukjes leven,
de stukjes mens
zij die je was
geweest,
lik je wonden
tel de nachten
en weet, weet
niet te vergeten
wie je was.
Raap bijeen
de stukjes leven,
de stukjes mens
zij die je was
geweest,
lik je wonden
tel de nachten
en weet, weet
niet te vergeten
wie je was.
Hoe jij mij
en ik jouw
zwart verlicht
de gaten dicht
ons bijeen
en bij elkaar
geraapt,
weet ik jou
en weet je mij
steeds nog voor
het donker
samen veilig
thuis.
Op oneindig
je blik en adem
in, vast
tien tellen
tot het leven
terug
je lijf
voel, mens voel
nu eens
dat je altijd
hebt bestaan, uiteengevallen
stukjes zelf
om ooit en later
weer bijeen
en in geheel
te zijn.
‘Ik vind jou zo oprecht’ zei ze, onderuit gezakt in een bank bezaaid met dekens, kussens, spullen.
‘Soms heb ik het gevoel dat psychologen alleen maar praten om stiltes op te vullen, maar jij stelt tenminste goeie vragen. Jij begrijpt het volgens mij echt.’
Tegenover me zit een vrouw van begin 70, al vroeg beschadigd door het leven, al zeker 30 jaar in de psychiatrie. Meerdere suïcidepogingen, vrijwillige en gedwongen opnames verder woont ze nu al jaren zelfstandig en is ze met voldoende medicatie ‘crisis-vrij’. In zoverre dat ze geen echt ‘probleem’ meer heeft gevormd voor haar omgeving of zichzelf, maar gelukkig is ze allerminst. Lees verder
Een week of twee geleden viel een jonge vrouw voor mijn ogen dood neer. Of bijna dood neer, eigenlijk, want met drie omstanders hebben we meteen reanimatie ingezet en 112 ingeschakeld. Lang verhaal kort: de vrouw heeft het overleefd, én het was ontzettend heftig voor iedereen die er nauw bij betrokken was geweest.
Het was een lastig jaar, het afgelopen jaar. Een vermoeiend jaar, misschien wel op de eerste plaats. Frustrerend ook, en pijnlijk, somber en vol uitdagingen. Een onzeker jaar, vol twijfels en constant twijfelen, van me gefaald en niet goed genoeg voelen, van me afvragen waarom nog, en voor wie. Van steeds opnieuw proberen, en steeds opnieuw mislukken. Van er niet bij (mogen) horen, me buitengesloten voelen en buitengesloten worden.
Vang me dan
als je kan,
als je durft
met mij
en pijn
te zijn, de lelijkheid
en eenzaamheid
te verdragen.
Draag me,
draag me alsjeblieft
en breng ons
veilig thuis.
“Ja weet u, ik moet de kindjes zo nog halen, en… gaan we dan, gaan we dan…”
Ze kijkt rond, zoekt het antwoord in mijn ogen, achter de plantenbank, in de lift.
“Die kant was het op, toch?” en wijst een gang in.
Stel, God had bestaan, ik had in God gelooft, en God had opeens voor mijn deur gestaan. Of hij binnen mocht komen, want hij moest een hartig woordje met me spreken. Er was haast bij, dus nee, het kon niet wachten tot een volgende keer.
‘Tenzij het je niks kan schelen dat je met je leven speelt’ zei hij, terwijl hij achter me aanliep. Ik bleef staan. ‘Sorry, wat?’
‘Je weet best wat ik bedoel’ zei God, ‘ga nou maar zitten, dan leg ik het je nog één keer uit.’ Lees verder
Lees het hele artikel over mijn ervaring met een eetstoornis en deelname aan de Socialrun op observantonline.nl
Er zijn dagen dat ik het even niet meer weet. Wie ik ben of wat ik doe. Waar ik het allemaal voor doe, en met welke reden.
Er zijn dagen dat ik het liefst niet uit mijn bed kom. De deur niet uit wil, met niemand wil spreken, nergens wil zijn.
Er zijn dagen dat ik me tot in mijn tenen eenzaam voel. Het donker is in mijn hoofd. Ik mijn lijf verafschuw en niet wil voelen dat ik besta.
Er zijn dagen dat ik kots, snij, mezelf verhonger. Midden in de nacht ga lopen spoken, ga rennen of me juist verstop. Lees verder
I want to run
I want to hide
I want to tear down the walls
That hold me inside
I want to reach out
And touch the flame
Where the streets have no name
Op een avond zat ik in een Run2Day winkel in Haarlem, samen met een groep mannen die mijn trainingsmaatjes zouden worden, en we luisterden naar Where the streets have no name van U2. Soundtrack van de New York marathon. Soundtrack van mijn leven, bedacht ik me toen. Lees verder
“It’s about shame, disgust, and losing every sense of dignity. About darkness, silence and secrecy. It’s about sadness, loneliness, anger and fear. About not being able to express myself or how I feel, and having no boundaries or protection. Basically, it’s about not knowing how to just sit, feel and breathe through whatever difficult thought or emotion – without moving to hide it, or fade it, or fix it. It’s about looking for safety and comfort in all the wrong directions, and relying on self-destruction in order to live and survive.” (Marsman, 2014).
Vandaag stond ik met je aan het strand, met je blote voeten in het water. De plakhandjes van het mooiste hoopje mens dicht tegen je aan, en de zeewind door je haren. Ik geloof dat ik daar, op dat moment, van je heb gehouden. Dat ik je waardeerde om het simpele feit dat je bestond. Daar stond, met dat kleine mensje in je armen.
Ik geloof dat ik, toen wij zo samen over het strand draafden, van je heb gehouden. Van hoe sterk je voelde, hoe snel we gingen, hoe fijn het was om weer in beweging te zijn. Gewoon, omdat het kon. Omdat het kon en wij dat samen wilden. Lees verder
Wie zou je zijn, zonder gebroken hart? Zonder verloren en stukgeslagen dromen, zonder al die keren dat je viel, niet meer op wilde staan maar het toch deed?
Wie zou je zijn als je de stilte nooit had leren kennen? Nooit gevochten had met eenzaamheid, het nooit geproefd had, nooit aangeraakt?