“Maar wanneer gaat het dan écht niet meer? Hoe weet je dat je de grens bereikt hebt?” hoor je haar zeggen aan de andere kant van de lijn. En je lacht.
Niet omdat het leuk is, wel omdat het is alsof je jezelf hoort praten. En omdat je weet dat deze vraag stellen, hem beantwoorden is. Zeker voor het type mens dat jullie zijn; te goed voor de wereld, te slecht voor jezelf.
“Als ik die ene groep nou niet meer zou hebben, dan gaat het misschien nog wel” hoor je haar zeggen. En je lacht, om al die keren dat jij jezelf net zo voor de gek hield met pleisters op gapende wonden plakken, hopende op genezing. Of toch in ieder geval verlichting van je klachten.
Lees verder